Sinds 2015 is er een grote toename in de komst van vluchtelingen, waardoor het investeren in condities voor inclusie nog urgenter is geworden. Het Nederlandse beleid voor receptie en integratie van vluchtelingen is door de jaren heen veranderd. Het huidige beleidsdiscours is steeds meer gericht op het belang van actieve deelname en werk vlak na aankomst. Steeds meer gemeenten zetten zich in om de wachttijd voor asielzoekers te verminderen en vroege integratie te bevorderen en moedigen vluchtelingen vanaf het begin aan om de taal te leren, actief deel te nemen aan de samenleving, bijvoorbeeld door vrijwilligerswerk te doen, en stappen te ondernemen om hun kansen op de Nederlandse arbeidsmarkt te vergroten. Ook in het maatschappelijk middenveld is de aandacht gericht op vroegtijdige, inclusieve opvang van vluchtelingen, getuige de opkomst van vele lokale gemeenschapsinitiatieven en grote aantallen toegewijde burgers die hun hulp aanboden in de jaren 2015-2017. Deze initiatieven zijn heterogeen, vloeiend en vaak gebaseerd op ideeën over samenwerking tussen nieuwkomers en burgers. Ze zijn vaak gericht op experimentele ruimtes waarin mensen zoeken naar evenwicht tussen het bieden van hulp en het opbouwen van relaties op basis van gelijkheid.

Dergelijke initiatieven kunnen veelbelovend zijn, niet alleen voor de integratie en participatie van mensen die als vluchteling in Nederland aankomen, maar ook voor de ontwikkeling van het sociale netwerk in steden en buurten, vanuit het idee dat actief burgerschap de gemeenschap kan vormen en de democratie versterkt. Zij kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het aanleggen van een duurzame infrastructuur voor inclusie. Veel mensen in het veld hebben echter het gevoel dat de enorme inzet sinds het begin van de 'vluchtelingencrisis' in 2015, in de toekomst moeilijk te behouden valt. Bovendien kunnen verschillende verwachtingen en misverstanden binnen dergelijke initiatieven een nadelig effect hebben op het streven naar een inclusief klimaat voor nieuwkomers. Om daadwerkelijk bij te kunnen dragen een succesvolle toekomst voor vluchtelingen, is het van groot belang dat community initiatieven lerende initiatieven kunnen worden, die zichzelf corrigeren door reflectie op eigen aannames en constante verbinding met de leefwereld van vluchtelingen.

Voor een dergelijk leertraject zijn condities nodig die het reflectieve vermogen van deze initiatieven verhogen, de effectieve bijdrage van deze initiatieven vastleggen en mogelijke spanningen en dilemma’s in de praktijk blootleggen. Om de energie die de afgelopen jaren is losgekomen in een duurzame inspanning te veranderen hebben organisaties en initiatieven op verschillende niveaus een horizontale leerlijn nodig om kennis en ervaringen te delen, van elkaar te leren en de geleerde lessen te borgen. Zo is het belangrijk om successen en werkzame strategieën te kunnen delen en om elkaar te kunnen inspireren en motiveren. Maar initiatieven hebben ook instrumenten nodig om de schadelijke effecten van tegengestelde verwachtingen en misverstanden te voorkomen. Essentieel voor het succes van de vele nieuwe initiatieven en lokale projecten die de afgelopen jaren zijn opgezet is hun connectie met de levensverhalen en het perspectief van vluchtelingen zelf. De groeiende aantallen vluchtelingen van de afgelopen jaren maken deze connectie des te urgenter. Bestaande kennis uit biografisch onderzoek kan hier zeker een bijdrage aan leveren, net als de actieve inbreng van ervaringsdeskundigen met een vluchtelingenachtergrond. Ook kan een beter begrip van de eigen positie in een bredere historische en maatschappelijke context (bijvoorbeeld kennis over het veranderende vluchtelingenbeleid uit afgelopen decennia en de effecten daarvan in de huidige context) initiatieven versterken. Door een dergelijke reflectie te stimuleren draagt dit project onder andere bij aan het ter discussie stellen van het eerder genoemde achterstandsdiscours en de impliciete werking hiervan op het handelen van mensen en organisaties in dit veld.